Een van de meest gestelde vragen is altijd: moet ik mijn kind nu stimuleren of afremmen? Dat lijkt een vreemde vraag, want waarom zou je een kind willen afremmen? Maar zo gekt is die vraag nou ook weer niet.
Waarom ouders hoogbegaafdheid niet altijd stimuleren
Ouders begrijpen namelijk heel goed dat ‘stimuleren’ ertoe kan leiden dat hun kind nóg meer kan vervreemden van zijn leeftijdgenoten. Of dat er een scheve ontwikkeling kan ontstaan, waarbij bepaalde kennis of vaardigheden beter ontwikkeld worden dan andere.
Afremmen werkt niet
Toch is het altijd goed om mee te gaan met de ontwikkeling van je kind, afremmen werkt niet. Hoogbegaafde kinderen ontwikkelen zich sneller dan leeftijdgenoten. Ouders merken dat hun kind niet op het hetzelfde niveau denkt als leeftijdsgenoten. Het formuleert vragen waardoor je van je stoel valt en wijst volwassenen soms genadeloos op hun taal- en denkfouten. Dit alles roept vaak een mengeling op van bewondering en schrik. Dat laatste kan ertoe leiden dat men probeert om de ontwikkeling van het kind af te remmen. Dat is ongewenst.
Meebewegen
Kinderen die geremd worden in hun ontwikkeling, voelen zich ongelukkig en krijgen geestelijk en lichamelijk last van deze beperking.
Dus: niet afremmen. Prima. Maar moet je ze dan ook nog stimuleren? Een kind dat honger heeft, geef je te eten. Zo’n kind stimuleren om nóg meer te eten is nergens voor nodig. Kortom: gewoon meebewegen. Niet afremmen maar ook niet stimuleren.
Hoe ga jij hier mee om?
Laat je reactie achter